Engerlingen in je gazon? Die kleine dikke larven zijn misschien schattig in een animatiefilm, maar in je tuin zijn ze net zo welkom als een steen in je schoen. Gelukkig zijn er aaltjes. Die piepkleine superhelden onder de bodembeestjes zijn dé manier om engerlingen aan te pakken. Maar wanneer zet je ze in?

Timing is alles: wanneer je aaltjes het beste inzet

Stel je voor: je bestelt aaltjes, giet ze enthousiast over je gazon, maar de engerlingen zitten nog ergens te chillen in hun cocon of zijn al vlinder geworden. Oeps. De juiste timing is dus essentieel. De twee belangrijkste periodes om aaltjes los te laten op engerlingen zijn het voorjaar (mei-juni) en het najaar (augustus-september). In deze maanden zijn de engerlingen jong, hongerig en – nog belangrijker – kwetsbaar. Perfecte timing dus om ze te overvallen met een aaltjes-aanval.

De reden waarom timing zo belangrijk is, zit hem in de levenscyclus van de engerling. Te vroeg, en er is nog niks om te bestrijden. Te laat, en de engerlingen hebben zich al volgevreten aan je graswortels. Zonde van je gazon én je aaltjes. Dus ja, als je jezelf afvraagt aaltjes tegen engerlingen wanneer, dan is het antwoord simpel: als de larven nog jong en fris zijn. Dan zijn ze namelijk het gevoeligst voor het natuurlijke gif dat de aaltjes loslaten.

Het weer speelt ook een rol. Aaltjes zijn niet dol op droogte of kou. Ze willen een beetje vochtige, aangename grondtemperatuur – zeg maar het spa-resort onder de gazonomstandigheden. Zorg dat je de bodem lekker vochtig houdt, geef water voor én na het uitzetten. Dan doen de aaltjes hun werk veel effectiever. Zie het als hun werkomgeving optimaliseren – happy aaltjes zijn dodelijke aaltjes, in de beste zin van het woord.

Waar haal je die minimonsters vandaan?

Oké, je weet nu wanneer je ze moet inzetten, maar waar scoor je die aaltjes eigenlijk? Nee, niet in een schimmige steeg van een tuincentrum. Er zijn betrouwbare plekken online waar je ze kunt bestellen, gewoon met een klik. Een van de beste plekken waar je terecht kunt, is Aaltjestegenongedierte.nl. Die gasten weten precies welke aaltjes je moet hebben, hoe je ze toepast en leveren ze vers en actief bij je thuis. En ja, versheid is hier écht een ding – je wil geen slaperige aaltjes.

Let bij het bestellen goed op het soort engerlingen dat je wilt aanpakken. Er zijn verschillende typen aaltjes voor verschillende plagen, dus check of je de juiste hebt. Vraag eventueel om hulp bij de webshop, dat is echt geen schande. Het is alsof je sushi bestelt en zeker wilt weten dat je geen haring krijgt. Niet alles met een naam eindigend op -ling is hetzelfde.

Als je je pakketje binnen hebt, bewaar het koel en gebruik het zo snel mogelijk. Dit zijn levende beestjes, geen droogvoer. Gooi ze niet in de vriezer en laat ze ook niet drie dagen in de zon liggen. Volg de gebruiksaanwijzing – ja, zelfs jij – want anders is het een beetje alsof je een IKEA-kast bouwt zonder handleiding: frustrerend en zonde van je tijd. Aaltjes zijn simpel, maar ze hebben wél liefde nodig.

Hoe je gazon zich voorbereidt op de aanval

Je gazon is je slagveld, en je wilt natuurlijk dat je aaltjes daar de overhand krijgen. Dat begint met een gezonde bodem. Engerlingen houden van droge, compacte grond. Dus als je gazon eruitziet als een parkeerplaats, dan geef je ze letterlijk de rode loper. Voor je aaltjes is het net het tegenovergestelde: die willen zachte, vochtige aarde waarin ze lekker kunnen rondzwemmen en hun prooi kunnen vinden. Tijd om de boel wat los te harken.

Gebruik een sproeier om de grond vochtig te maken voordat je de aaltjes loslaat. Geen regen? Dan gewoon even met de tuinslang. Daarna giet je de aaltjes over het gras, met een gieter of een speciaal spuitapparaatje. Het ziet eruit alsof je soep serveert aan je gras, maar hé – het werkt. En die soep zit vol met superhelden. Zorg dat je gelijkmatig verspreidt, anders heb je plekken die goed beschermd zijn en andere die nog steeds engerlingen-walhalla zijn.

Na het uitzetten moet je de bodem opnieuw nat houden. Aaltjes kunnen niet teleporteren – ze hebben water nodig om zich voort te bewegen. Denk aan ze als mini-submarines die op jacht gaan. Dus sproeien is key. Doe dat een paar dagen achter elkaar, dan hebben ze voldoende tijd om hun vijanden te vinden en uit te schakelen. Je doet het dus niet alleen voor je gras, maar ook voor je nieuwe, piepkleine bondgenoten.

Waarom aaltjes veel leuker zijn dan chemie

We snappen het: als je gazon eruitziet alsof er een mollenbende doorheen is gegaan, dan wil je snel iets doen. Maar stop – gooi niet meteen met chemische troep. Die middelen doden alles, niet alleen de engerlingen. Aaltjes zijn daarentegen hypergefocust: ze pakken alleen hun doelwit aan. Je hond, je kat, je kinderen, de regenworm die net een liedje neuriet? Allemaal veilig. Het is alsof je een huurmoordenaar inhuurt die alleen engerlingen op z’n lijstje heeft.

Nog een voordeel: aaltjes zijn zelfreproducerend zolang er genoeg engerlingen zijn. Ze gaan door tot de klus geklaard is. Chemische middelen vervagen, spoelen weg, of laten schadelijke resten achter. Aaltjes lossen gewoon op in de bodem zodra de missie geslaagd is. Zo’n beetje de James Bond onder de insectenbestrijders, maar dan zonder smoking. En ze zijn milieuvriendelijk, dus moeder natuur geeft je ook een high five.

Als je eenmaal de magie van aaltjes hebt meegemaakt, wil je niks anders meer. Je leert zelfs met andere ogen naar je tuin kijken. Geen gevecht meer, maar een slimme strategie. En ja, soms komt er een tweede aanvalsgolf aan – maar met je nieuwe skills en een voorraadje aaltjes op stand-by, ben jij de generaal in dit groene leger. Geloof me, engerlingen gaan je tuin niet meer overleven als jij eenmaal serieus wordt met aaltjes.